Aansluiting warmtenet in bestaande woning hoeft niet perse in meterkast

15 januari 2020 | 3 minuten leestijd

Het is gebruikelijk dat in woningen die worden gekoppeld aan  een warmtenet de aansluiting plaatsvindt door een sleuf naar de voordeur te graven om vervolgens in de meterkast de aansluiting met het afgiftesysteem te realiseren. Dat is bij bestaande bouw een kostbaar en ingrijpend proces. Daarom besloten leden van het Warmtenetwerk, waaronder Eneco, Ennatuurlijk, Stadsverwarming Purmerend en HVC, te onderzoeken of de aansluiting ook via de voorgevel of de zolder zou kunnen lopen.

Drie varianten

Het onderzoek is uitgevoerd voor rijtjeswoningen, vrijstaande huizen of flatgebouwen. Volgens RoyalHaskoning/ DHV zijn er grofweg drie varianten mogelijk: een warmteleiding trekken via de dakgoot, via de voorgevel als een soort regenpijp of binnenshuis op zolder achter het knieschot. De leiding loopt in alle gevallen langs de gevels of via de zolder van het rijtje huizen, in plaats van onder de straat.

Elk van de oplossingen heeft voor- en nadelen. Het voordeel van de dakgootvariant en de knieschotvariant is dat er weinig stijgpunten zijn, wat volgens de onderzoekers een flinke kostenbesparing betekent. Het nadeel is dat er weinig rekening gehouden kan worden met woningen die niet mee willen doen. Daar is de regenpijp-variant in het voordeel. Die is dan wel weer het meest zichtbaar op de voorgevel, terwijl bij de knieschotvariant de leidingen moeilijk toegankelijk zijn voor onderhoud.

Na het haalbaarheidsonderzoek is er ook een marktonderzoek geweest onder tien woningcorporaties. Die partijen legden grote nadruk op de overlast voor bewoners en de brandveiligheid. Dat was in het nadeel van de variant met de leiding op zolder, die via de tussenwand van de verschillende huizen zou lopen, en binnenshuis moet worden aangelegd.

‘Gespikkeld’ bezit

Woningcorporaties hebben in de loop der jaren vaak woningen uit hun bezit verkocht, waardoor zij lang niet altijd eigenaar zijn van de hele rij. Dat heet ‘gespikkeld bezit’. Zij hebben dus een voorkeur voor de variant waarin huizen individueel kunnen worden aangesloten -de regenpijpvariant. Een mogelijkheid die werd geopperd in het marktonderzoek is om de warmteleidingen niet via de voorzijde, maar de achterzijde van de woning te laten lopen. Dat is makkelijker in verband met de eisen aan het uiterlijk van woningen, de welstand.

Overigens merken de partijen op dat, afhankelijk van de woningkenmerken de ene dan wel de andere variant de voorkeur kan krijgen. De volgende stap zou een kostencalculatie zijn, en een risico-analyse, gevolgd door een pilotproject om die bevindingen in de praktijk te testen.

Gerelateerde artikelen