​Energieneutraal, BENG, NOM-woning, wat zijn de verschillen?

8 november 2016 | 4 minuten leestijd

Vier jaar geleden werden met de ondertekening van convenanten voor nieuwbouw, bestaande bouw en huursector de afspraken vastgelegd over de terugdringing van het energiegebruik in de gebouwde omgeving. Afgesproken werd onder meer dat vanaf 2020 moeten alle nieuwe gebouwen bijna-energieneutraal worden gebouwd. Maar wanneer is een gebouw bijna-energieneutraal?

Verschillende beelden

Over `energieneutraal` in de gebouwde omgeving bestaan verschillende visies. In het algemeen betekent dit dat in een gebouw of gebied het energiegebruik door fossiele brandstoffen wordt gecompenseerd door daar geproduceerde duurzame  energie. Energieneutraal betekent dus niet dat er geen fossiele brandstoffen worden gebruikt. Maar er zijn veel discussies gevoerd wat precies tot het energiegebruik gerekend moet worden. Huishoudelijke apparatuur wel of niet? En mag je gebiedsgebonden geproduceerde duurzame energie wel of niet meerekenen als compensatie voor de gebruikte fossiele brandstoffen? Nederland heeft ervoor gekozen zo dicht mogelijk bij opvattingen in de EPBD voor het berekenen van de energieprestatie van gebouwen te blijven.

Energieneutraal gebouw

In het Nationaal Plan bijna-energieneutrale gebouwen is bepaald dat een volledig energieneutraal gebouw een EPC = 0 heeft. De energieprestatiecoëfficiënt EPC wordt bepaald aan de hand van de norm NEN 7120: Energieprestatie van gebouwen – Bepalingsmethode (EPG). Belangrijkste kenmerken:

  • het energiegebruik wordt bepaald onder standaard gebruik- en klimaatcondities;
  • alleen het gebouwgebonden energiegebruik wordt gewaardeerd in de
  • energieprestatie;
  • gebiedsgebonden maatregelen kunnen – indien aan de orde – met de EMG worden gewaardeerd;
  • de opwekking van energie kan in en buiten het gebouw plaatsvinden;
  • hernieuwbare energiebronnen worden gewaardeerd;
  • het netto energiegebruik wordt bepaald over een jaar.

Bijna-energieneutraal gebouw

Bijna-energieneutraal` wil volgens het overheidsbeleid zeggen dat de EPC bijna nul is. Het beleid is erop gericht dat de EPC-eis in het Bouwbesluit per 31 december 2020 dichtbij nul komt te liggen, oftewel bijna-energieneutraal. De eis wordt echter niet meer in een EPC-waarde uitgedrukt.

In plaats van een maximale EPC-waarde worden drie eisen worden gesteld:

  • een maximale energiebehoefte van de woning van 25 kWh/m2 gebruiksoppervlak per jaar;
  • een maximaal primaire energieverbruik van 25 kWh/m2 gebruiksoppervlak per jaar;
  • een minimaal percentage hernieuwbare energie (50 procent).

Het achterliggende idee van deze eisen is om energiebesparing voorop te stellen en hernieuwbare energie aanvullend te laten zijn om het primair energieverbruik verder terug te dringen. Deze eisen komen ongeveer overeen met een EPC van 0,2.

Nul-op-de-meter en energienotaloos gebouw

In de markt worden ook andere termen gehanteerd. Bekend zijn onder andere de termen `Nul-op-de-meter` en `energienotaloos`. Hierbij wordt naar alle energiegebruiken gekeken die op de meters in het gebouw zichtbaar worden. Voor woningen zijn dit de gebouwgebonden en huishoudelijke gebruiken, voor utiliteitsgebouwen de gebouwgebonden gebruiken en de gebruiken voor de bedrijfsprocessen (bijvoorbeeld bedrijfsrestaurant). De EPC van `Nul-op-de-meter` en  energienotaloze` gebouwen zal daarom lager zijn dan 0.

Passief bouwen en andere concepten

Passief bouwen is een concept waarbij een zeer laag energiegebruik gerealiseerd wordt door het nemen van zeer goede isolatiemaatregelen, zeer goede luchtdichtheid , efficiënte ventilatie, gebruik van passieve zonne-energie et cetera. Ook een passief gebouwde woning of utiliteitsgebouw heeft een zeer laag energiegebruik, maar is niet per definitie energieneutraal. Passiefhuizen mogen niet meer dan 15 kWh/m² per jaar verbruiken voor ruimteverwarming.  De EPC voor passief gebouwde woningen ligt ongeveer tussen 0,3 en 0,4. 

Gerelateerde artikelen