Zo laat je trillingsvrij een kelder afzinken

Bouw
21 september 2023 | 7 minuten leestijd
Geschreven door: Sander van der Meijs

Er is weinig complexer dan ondergronds werken in een oude binnenstad, vanwege de vele omgevingsfactoren. We kijken naar Den Haag, er wordt een nieuw hotel gebouwd aan de Bleyenburg. Ernaast staat een kerk, daar mag niets mee gebeuren. Toch wordt er een kelder aangelegd. We spreken met Jeroen Kops, technisch consulent bij MBS Kelderbouw, over wat daar bij komt kijken. 

De kelder in de Haagse binnenstad wordt afgezonken. In beginsel is dat proces simpel. De wanden worden prefab aangeleverd en met natte knopen aan elkaar gemaakt, waardoor er een monoliete wand zonder vloer op het maaiveld staat. Vervolgens gaat er een stempelraam in, zodat er geen vervorming van de kelderbak kan optreden bij het afzinken. Het is een modulair systeem, dus de vorm van de kelder is flexibel. 

Grondwater

De grond binnen de wanden wordt weggegraven. Onder de wand wordt die grond weggehaald in een hoek van 45 graden, zodat de grond daar bezwijkt en de kelderwand zakt. Een snijwand voorkomt dat er meer aarde bezwijkt dan de bedoeling is. Tot een bepaalde diepte kan de wand zakken door het eigen gewicht, maar om dieper te gaan moeten er trekankers de grond in, klapankers of groutbollen. Een gewi-staaf gaat door de kelderwand en wordt gekoppeld aan een cilinder. Doordat de cilinders uitzetten, wordt er druk op gezet en wordt de kelder beheerst de grond in gedrukt. Die ankers zitten bij het project in Den Haag 21,5 meter diep, vertelt Jeroen Kops. Ze zullen er later, als de vloer eenmaal gestort is, ook voor zorgen dat het grondwater de kelder niet weer omhoog drukt. 

Dat grondwater wordt bij het project in Den Haag niet weggepompt, dus staat de bak vol water. Als die op diepte is, wordt er grind in gestort om het los in het water drijvend sediment te kunnen laten bezinken. En vervolgens wordt de vloer gestort met onderwaterbeton. Zo wordt er trillingsvrij en zettingsvrij een kelder gelegd, en dus met zo min mogelijk impact op de omgeving.

Tot zover de theorie. In de praktijk zijn er enorm veel omgevingsfactoren om rekening mee te houden.

Pijnpunten tackelen

Jeroen Kops, begonnen als timmerman en nu specialist in ondergronds bouwen, begeleidt samen met de projectleider projecten van begin tot eind. Hij overlegt met de opdrachtgever, overziet de financiën, de risico’s en legt contacten met buurtbewoners, met het bevoegd gezag, verzekeringsmaatschappijen, waterschappen, milieugroepen en andere belanghebbenden. ‘Je kunt zomaar met meer dan 10 organisaties aan tafel zitten’, zegt hij. 

In Den Haag heeft hij meerdere gesprekken gehad met de buurt. ‘Je moet pijnpunten op voorhand tackelen, en dat werkt. Dus moet je beheersmaatregelen nemen. We hebben bijvoorbeeld de fundering van de kerk met waterglas verstevigd, zodat er echt niets mee kan gebeuren. Verder monitoren we de panden rondom de bouwput realtime en dus kunnen belanghebbenden realtime meekijken. We willen geen geheimen hebben.’

De archieven in

Aan het begin van een project wordt er eerst goed onderzoek gedaan naar de grond waarop ze gaan bouwen. ‘Er zijn zoveel verschillende soorten grond die allemaal andere eigenschappen hebben’, zegt Kops. ‘Veengrond, zandgrond, mergelgrond, kleigrond. Maar dat zegt nooit alles. Er kan een boom hebben gestaan, waardoor de opbouw van de grond net anders is. En misschien heeft er ergens een beerput gezeten.’

Daarom duikt Jeroen altijd de archieven in om te onderzoeken wat hij kan tegenkomen in de bodem. ‘We hebben bijvoorbeeld ook in Hoorn gebouwd, daar gaat de geschiedenis terug tot de 17e eeuw, je weet niet wat je kan tegenkomen. Want voor het afzinken van een kelder heb je het liefst geen ondergrondse constructies onder de kelder zitten.’ 

Verrassing in de grond

Maar dat grondige voorwerk voorkomt niet dat er soms toch verrassingen tevoorschijn komen. Zo bleek er in Den Haag een onaangename verrassing onder de grond te zitten. ‘De sloper had gezegd dat hij alles had weggehaald, maar dat was niet zo, er zaten nog korte paaltjes van de oude fundering in de grond.’ 

De paaltjes van de oude fundering liggen nog op de bouwplaats.

Ze kwamen erachter doordat de kelderwand niet verder wilde zakken. Duikers moesten onder water om te onderzoeken wat er aan de hand was. Om ze weg te halen moesten die duikers er stroppen omheen doen zodat ze naar binnen getrokken konden worden. ‘Dit willen we niet, maar we komen het wel tegen. En doordat we die paaltjes naar binnen moesten trekken, kwam er meer grond in beweging dan de bedoeling was. Die beheersmaatregel met waterglas was hier dus echt nodig.’

Centimeter voor centimeter

Jeroen wijst op de camera waarmee de omgeving wordt gemonitord. ‘Er beweegt helemaal niks, dat weten we zeker.’ Toch wordt er flink gewerkt. Met twee scheppers tegelijk wordt continu grond weggeschept uit de met grondwater gevulde bak. Eenmaal boven draait de schep eerst snel een paar rondjes, om zo veel mogelijk water kwijt te raken, daarna gaat het in een container. Om daarna afgevoerd te worden met een vrachtwagen. Centimeter voor centimeter zakt de wand zo in de grond.  

Zo wordt de kelder leeggeschept en langzaam zakt hij naar de gewenste diepte.

Andere spelregels

Er zijn veel meer bedrijven die kelders afzinken, van heel klein tot heel groot. ‘Wij nemen werken aan inclusief verzekering. Dat geeft andere spelregels. Wij maken de plannen voor de hele fundering, en die laten we ook altijd door derden onderbouwen. Als de opdrachtgever het ermee eens is, dan nemen wij het werk aan voor kost en risico. Dat is het voordeel als wij het doen, wij nemen het helemaal over.’ 

Dat maakt het voor Jeroen ook leuk, want elke keer is het anders, andere grond, andere omgeving, naast een kanaal, in een berg, in een binnenstad, nat, droog. Toch wil hij zeker niet alleen op de voorgrond staan. ‘Ik ben technisch adviseur, maar we zijn een klein bedrijf. Onze projectleider en voorman die nu op het terrein loopt heeft het ontwerp mede mogelijk gemaakt. Het is echt een team-effort.’ 

Gerelateerde artikelen