Wat moet je als installateur praktisch doen om mee te helpen aan de reductie van CO2? Het nieuwe Programma van Eisen circulaire installaties, gemaakt in opdracht van TVVL, Techniek Nederland en Rijksvastgoedbedrijf, geeft handvatten bij de keuzes die je kunt maken. Ook opdrachtgevers gaan er gebruik van maken.
Ambitie en proces
Het praktische gedeelte van het PvE bestaat uit een 14 pagina’s tellend schema met daarin alle circulaire principes, met daarachter wat je precies moet doen om aan je ambitie te voldoen. Met die ambitie begint het natuurlijk: wat wil je precies? Wil je gewoon doen wat voldoende is? Wil iets meer doen om circulariteit normaler te maken? Of wil je echt excelleren en pionieren met circulariteit? Bij die laatste ambitie hoort natuurlijk ook de meeste inzet.
Die keuze van ambitieniveau is volgens de opstellers van het PvE niet helemaal aan jou als installateur. Daarin moeten de opdrachtgever, adviseur, installateur en leverancier goed samenwerken. Een goed circulair resultaat staat of valt dan ook met een goed proces, zeggen de makers. Daardoor wordt niet alleen overlegd over de ambitie, maar komt die ook op papier te staan en wordt die vervolgens vertaald naar keuzes in ontwerp, uitvoering en beheer. Met dit PvE in de hand gaan opdrachtgevers gericht uitvragen. Reden te meer voor installateurs om er kennis van te nemen.
Reductie milieubelasting
Installaties vertegenwoordigen 40 procent van de uitstoot in de gebouwde omgeving, dus de branche moet in beweging komen. De opstellers van het PvE vinden dat met een toenemende circulariteit de grootste reductie van milieubelasting kan worden bewerkstelligd, al blijft energiezuinigheid wel een randvoorwaarde. Het primaire doel van het Programma van Eisen circulaire installaties is dan ook het verminderen van vervuilende grondstoffen die in installaties worden gebruikt. Dat betekent dat het verschil moet worden gemaakt in de keuze van installatie. Hoe minder (nieuwe) grondstoffen daarin gebruikt worden, hoe beter.
Daarbij richt dit Programma van Eisen zich op installaties in nieuwbouw- en renovatieprojecten in de utiliteitsbouw. Daarin biedt het een concreet handelingsperspectief om circulaire, herbruikbare en demontabele installaties toe te passen.
Vier strategieën
Het PvE volgt een aantal strategieën die het combineert. Reduceren van gebruik begint al met het weglaten van wat overbodig is. Wat je niet gebruikt, hoeft ook niet circulair te zijn. Dus verminder vooral door te verkleinen, te delen of efficiënter te maken.
Van wat wel geïnstalleerd wordt, moet vervolgens de levensduur zo lang mogelijk worden gemaakt, door hergebruik, onderhoud, reparatie en andere levensduurverlengende maatregelen. Zo blijven de grondstoffen langer in de kringloop.
De derde strategie is het vervangen van materialen en onderdelen voor alternatieven met een lagere milieu-impact. Denk dan aan biogrondstoffen, maar ook aan hergebruik van onderdelen die nog in goede staat zijn. Dat sluit aan bij de laatste strategie, die gaat om hergebruik, refurbishment of recycling.
