Opinie | Standaardisatie is dood

Auteur zonder afbeelding icoon
Jan Willem van de Groep
20 oktober 2025
5 min

“De bouwsector is versnipperd in honderden aannemers, softwarehuizen en adviseurs met eigen tools en dataformats. Elk project vormt een tijdelijk ecosysteem dat na oplevering uiteenvalt. De innovaties stapelen zich op, maar versterken elkaar niet. Daardoor leidt digitalisering zelden tot versnelling”, beschouwt Jan Willem van de Groep, programmamaker, toekomstdenker en publicist. 

De aanleiding voor dit artikel was een gesprek met een AI-model over standaardisatie. Ik vroeg of standaardisatie in tijden van kunstmatige intelligentie, API’s en zelflerende systemen niet achterhaald was. Het model legde uit dat standaarden nog steeds nodig zijn om betekenis vast te leggen en misverstanden te voorkomen, tot we er samen achter kwamen dat die redenering zichzelf ondermijnt. Als een AI het verschil tussen een woning, een verblijfsobject en een gebouw met woonfunctie kan uitleggen, begrijpt het ook de context en kan het de juiste betekenis toepassen. Klassieke standaardisatie is dan niet langer voorwaarde, maar overblijfsel van een tijdperk waarin machines nog niet konden interpreteren wat mensen bedoelden.

De echte uitdaging is niet technisch maar mentaal. De beperking van AI zit niet in haar semantiek, maar in ons vertrouwen daarin. Zolang we niet erkennen dat systemen betekenisvol kunnen redeneren, blijft de mens de grootste rem op digitalisering.

Van norm naar code  

Sinds de jaren zestig vormt standaardisatie de ruggengraat van de bouw. Ze maakte massaproductie mogelijk, maar ook eenvormigheid. Toen digitalisering in de jaren negentig zijn intrede deed, verplaatste die logica zich naar informatie: CAD, BIM en datastructuren. Alles draaide om compatibiliteit en controle. Dat past bij stabiele ketens, maar niet bij de dynamiek van gebiedsontwikkeling, waar elke samenwerking tijdelijk is en iedere context anders.

Vandaag nemen adaptieve systemen het werk van vaste standaarden over. Software bewaakt toleranties realtime, robotarmen passen zich aan het materiaal aan en prefabcomponenten worden gegenereerd uit parametrische modellen. De standaard wordt een gedragscode. In de wereld van data gebeurt hetzelfde: API’s en semantische netwerken maken vaste formats overbodig, AI begrijpt de betekenis en vertaalt die dynamisch. Standaardisatie verschuift van uniformiteit naar begrijpelijkheid.

Van maat naar betekenis 

Waar vroeger maatvoering werd vastgelegd, leggen we nu betekenisrelaties vast. Een wand hoeft niet meer 120 millimeter dik te zijn omdat de norm dat zegt, maar omdat het systeem weet dat die dikte voldoet aan comfort-, brand- en structurele eisen. Begrippen als woning, verblijfsobject of woonfunctie hoeven niet identiek te zijn zolang hun betekenis gedeeld is en software die relatie begrijpt. Standaardisatie verschuift van vorm naar functie, van vastleggen naar begrijpen.

De paradox van versnippering  

En toch blijft de praktijk weerbarstig. De bouwsector is versnipperd in honderden softwarehuizen, adviseurs en aannemers met eigen tools en dataformats. Elk project vormt een tijdelijk ecosysteem dat na oplevering uiteenvalt. De innovaties stapelen zich op, maar versterken elkaar niet. Daardoor leidt digitalisering zelden tot versnelling.

De reflex is om te pleiten voor nieuwe standaarden, maar dat is een herhaling van zetten. De oplossing ligt niet in nieuwe afspraken over data-uitwisseling, maar in het benutten van de intelligentie die dat al kan. AI herkent verbanden zonder dat mensen die eerst hoeven vast te leggen. Wat nodig is, is geen nieuw platform, maar een gezamenlijke leeromgeving waarin die intelligentie zich ontwikkelt en betrouwbaar functioneert.

Van standaardbeheer naar Intelligentiebeheer  

De sleutel ligt bij partijen met schaal en continuïteit: de grotere bouwbedrijven en publieke opdrachtgevers. Zij hoeven geen nieuwe software te maken, maar kunnen beginnen met het trainen van algoritmen die leren van bestaande projecten. Dat vraagt drie dingen:

  1. Data voeden. Bouwbedrijven bezitten enorme hoeveelheden data uit ontwerp, uitvoering en beheer. Die informatie is nu versnipperd, maar vormt de voedingsbodem voor zelflerende systemen. Door data toegankelijk te maken, niet per se openbaar maar bruikbaar, kan AI patronen herkennen die kwaliteit en snelheid vergroten.
  2. Leercycli organiseren. In plaats van standaardisatiecommissies kan de sector werken met leercycli: projecten die fungeren als oefenruimte waarin AI-modellen worden getest en verbeterd. Elk project levert data en feedback aan de volgende. Zo bouwt de sector kennis op in plaats van die na elk project te verliezen.
  3. Transparantie en toezicht. Omdat intelligentie zich ontwikkelt, is toezicht nodig op hoe systemen leren en beslissen. Opdrachtgevers en kennisinstellingen moeten bewaken dat het leerproces uitlegbaar en maatschappelijk verantwoord blijft.

Als deze drie elementen samenkomen, ontstaat vanzelf de slimme laag waar de sector nu over praat alsof die een product is. Ze hoeft niet te worden gebouwd, maar moet de ruimte krijgen om te leren.

Van controle naar begrip 

De uitdaging ligt niet in de vraag welke software we gebruiken, maar hoe we haar leren samenwerken. AI maakt het mogelijk om betekenis te begrijpen in plaats van vast te leggen, maar vraagt dat we haar voeden, valideren en begeleiden. Dat is geen technisch project, maar een culturele omslag: van controle naar vertrouwen, van specificeren naar trainen, van afspraken maken naar leren begrijpen.

Wie deze stap durft te zetten, bouwt niet alleen sneller en slimmer, maar ontwikkelt een nieuw soort vakmanschap: een ambacht waarin kennis, data en ervaring samensmelten tot een collectieve intelligentie die continu bijleert.

Standaardisatie begon als poging tot controle, groeide uit tot fundament van efficiëntie en eindigt nu als principe van begrip. We hebben geen identieke onderdelen meer nodig, maar goed verbonden betekenissen in onze data en in onze gebouwen. De toekomst vraagt niet om meer regels, maar om systemen die begrijpen wat wij bedoelen als we zeggen: bouwen met verstand.

Dit artikel is geschreven door Jan Willem van de Groep, programmamaker, toekomstdenker en publicist. Hij is onder meer bekend van het overheidsprogramma Building Balance. Daarnaast is hij kwartiermaker hout en biobased bouwen in de provincie Flevoland.

Reageren

Wil je reageren op dit verhaal? Of wil jij ook iets op deze plek delen? Stuur dan een mailtje naar hoofdredacteur Bouw & Installatie Thomas van Belzen via Thomas.van.belzen@jaarbeurs.nl

Digibouw  

Op 19 en 20 november vindt in de Jaarbeurs het tweedaagse evenement over digitalisering in de bouw DigiBouw 2025 plaats. Jij kunt daar bij zijn. Bekijk hier het hele programma of meld je hier gratis aan.

Complexe vastgoeduitdagingen? Bekijk dit model voor ketensamenwerking

Lees meer Pijl naar rechts icoon