Warmtepompen, aircosystemen moeten sinds maandag aan strengere regels voldoen voor koudemiddelen. Expert Zohar Tzur legt uit wat er precies verandert voor installateurs en maant ze op te schieten: ‘Je moet heel goed weten wat je doet.’
De F-gassenverordening is opnieuw herzien. Na de introductie in 2010 en de herziening in 2014/2015 is er nu een nieuwe verordening. Een van de concrete maatregelen in die nieuwe F-gassenverordening gaat op 29 september 2025 in en betreft de verplichte certificering voor alternatieve koudemiddelen.
‘We zijn aan alle kanten druk bezig met het F-gassendossier’, zegt Zohar Tzur, projectmanager Wetgeving en Innovatie bij de Nederlandse Vereniging van ondernemingen op het gebied van de Koudetechniek en Luchtbehandeling (NVKL). Ruim 450 bedrijven in de professionele koudetechniek en klimaatbeheersing zijn aangesloten bij NVKL. Tzur houdt zich onder andere bezig met het informeren van de leden over de nieuwe F-gassenverordening, en met belangenbehartiging richting de Nederlandse overheid maar ook in Europa. NVKL is actief binnen AREA; de Europese koepelvereniging voor koeltechniekinstallateurs. Tzur is op dit moment voorzitter van de AREA-werkgroep koudemiddelen.
Ontwikkelingen
De herziening van de F-gassenverordening komt voort uit twee grote ontwikkelingen. ‘Dat is in de eerste plaats de afschaling en uiteindelijke uitfasering van koudemiddelen op basis van F-gassen, met als doel om emissies te verminderen’, zegt Tzur. ‘Die beweging is al gaande, maar wordt dus versneld. Daaruit volgt het tweede punt, namelijk dat er meer en meer gewerkt gaat worden met alternatieve koudemiddelen zoals ammoniak, kooldioxide en koolwaterstoffen.’
Dat worden ook wel natuurlijke koudemiddelen genoemd. Het zijn stoffen met zeer lage GWP’s en zijn niet of nauwelijks schadelijk voor het klimaat. Maar de toepassing van die alternatieven brengen bepaalde risico’s met zich mee, en vandaar de verplichte certificering. ‘Ammoniak is een van de oudste en meest geliefde koudemiddelen. In de industrie wordt het al heel lang toegepast in heel grote installaties, maar ook bij ijsbanen en zo. Het is alleen wel giftig, dus het is erg belangrijk om te weten hoe je met het koudemiddel omgaat en hoe je lekken voorkomt. Voor warmtepompen en airconditioning, die steeds vaker worden gebruikt in de Nederlandse residentiële markt, gaan fabrikanten steeds vaker over op propaan, en dat is zeer brandbaar. De verschuiving van F-gassen richting alternatieve koudemiddelen valt dus samen met een toename van het gebruik van koeltechnische toepassingen. Dat maakt het nóg belangrijker dat de monteurs de juiste kennis en kunde in huis hebben.’
Net als bij F-gassen is er niet alleen certificering voor personen die met natuurlijke koudemiddelen werken, maar ook voor bedrijven. Die bedrijfscertificering wordt momenteel nog voorbereid door de overheid.
Vaardigheden en kennis
De toepassing van natuurlijke koudemiddelen vraagt deels om andere vaardigheden en kennis van koelmonteurs. ‘Je moet heel goed weten wat je doet, en wat het effect van stoffen kan zijn als ze vrijkomen’, vertelt Tzur. ‘Het is ook belangrijk om te weten welke koudemiddelen je 1 op 1 kunt vervangen, en in welke situaties het nodig is om aanpassingen te doen aan de installatie, zoals het vervangen van onderdelen of de olie. Ook is er mogelijk andere apparatuur en gereedschappen nodig, bijvoorbeeld afpompunits, maar ook vonkvrij gereedschap en ventilatoren om eventueel vrijgekomen dampen snel te laten vervliegen, en bepaalde beschermingsmiddelen zoals persoonlijke gasdetectie.’
Tijdlijn aangepast
De F-gassenverordening valt onder de Europese wetgeving. Tzur legt uit: ‘Een EU-verordening is een Europese wet die rechtstreeks toepasbaar is in de lidstaten van de EU. Alle lidstaten moeten zich dus houden aan deze wetstekst. Het kan wel zijn dat bepaalde onderdelen van zo’n verordening pas op termijn gaan gelden. In het geval van de F-gassenverordening zijn dat bijvoorbeeld de productverboden. Zo treedt bijvoorbeeld op 1 januari 2027 het verbod in op het in de handel brengen van stekkerklare airco’s en warmtepompen (inclusief monoblocks) met een vermogen van minder dan 50 kW, die een F-gas met een GWP van 150 of meer bevatten.’
Ook andere productverboden hebben hun eigen ingangsdata. Sowieso is deze nieuwe verordening qua tijdlijn aangepast. De vorige versie voorzag in een afname van de hoeveelheid nieuw geproduceerde F-gassen die jaarlijks op de Europese markt mag worden gezet, tot zo’n 20 procent in 2030, ten opzichte van de hoeveelheid in 2015. Deze herziening brengt die hoeveelheid terug tot 5 procent in 2030 en in 2050 moet dat tot 0 zijn gereduceerd. ‘Dat dat nog vrij lang duurt, is omdat je met de afschrijving van installaties rekening moet houden’, zegt Tzur. ‘Het is natuurlijk niet kostenefficiënt en überhaupt niet haalbaar om alle bestaande koelinstallaties meteen te vervangen of aan te passen. Vandaar de termijn, zodat de sector tijd heeft om zich aan te passen.’
Leerplatform
Het moment waarop koeltechnici hun certificering voor F-gassen en natuurlijke koudemiddelen voor elkaar moeten hebben, ligt een stuk dichterbij: 29 september 2025. Vanaf 29 maart 2026 worden alleen nog certificaten via het nieuwe schema verstrekt, ook voor de alternatieve koudemiddelen.
Om koeltechnici (leden en niet-leden van NVKL) te helpen bij hun voorbereiding op (her)certificering, lanceerde NVKL een online leerplatform. ‘We hebben er hard aan gewerkt, en het is net in de lucht’, zegt Tzur met trots. ‘Op het platform zijn zo’n 120 e-learning modules te volgen op verschillende kennisniveaus en voor verschillende certificeringsniveaus. Met een instaptoets, theoriemodules en allerlei oefeningen. Alles wat je moet weten om te kunnen slagen voor het theoretische examen komt aan de orde. Voor 45 euro heb je een half jaar lang toegang tot alle lesstof en kun je van start. De modules zijn compact en overzichtelijk, waardoor ze goed tussendoor te volgen zijn.’
Herziening F-gassenverordening
De nieuwe verordening trad op 11 maart 2024 in werking in alle EU-lidstaten en heeft, net als de vorige versies, als hoofddoel het beperken van de klimaatverandering als gevolg van de uitstoot van F-gassen. In deze herziene versie is er ook aandacht voor het gebruik van alternatieve koudemiddelen.
De belangrijkste maatregelen zijn:
- het versneld beperken van de hoeveelheid F-gassen – ook wel ‘quota’ genoemd – die jaarlijks op de Europese markt mag worden gebracht;
- het op termijn verbieden van het op de markt brengen van producten die bepaalde F-gassen bevatten;
- het certificeren van bedrijven en personen met als doel het lekdicht en veilig bouwen en onderhouden van installaties;
- verplichte periodieke lekcontroles voor installaties (HFK’s én HFO’s) boven een bepaalde vulling.
Certificeringsplicht alternatieve koudemiddelen
Eén van de veranderingen is de verplichte certificering voor het werken met alternatieve koudemiddelen, met name koolwaterstoffen (zoals propaan en isobutaan), CO2 en ammoniak. Vanaf 29 september 2025 moeten monteurs die werken met deze koudemiddelen namelijk óók verplicht gecertificeerd zijn. Dit betekent dat huidige en toekomstige monteurs zich tijdig moeten certificeren om aan de eisen te voldoen.
De nieuwe regels voegen de certificering voor F-gassen en natuurlijke koudemiddelen samen tot één certificeringssysteem. Er is een overgangsperiode afgesproken: tot 29 maart 2026 mogen nog ‘oude’ F-gascertificaten en vakbekwaamheidsbewijzen voor natuurlijke koudemiddelen worden afgegeven. Zo kunnen monteurs toch voldoen aan de certificeringsplicht. Na die datum worden er alleen certificaten volgens het nieuwe schema afgegeven.
Uiterlijk op 12 maart 2029 moeten alle monteurs gecertificeerd zijn volgens het nieuwe systeem (certificaat A1, A2, B, C, D en E). Deze nieuwe certificaten gelden in alle EU-lidstaten en zijn 7 jaar geldig.