Het tekort aan arbeidskrachten blijft de grootste belemmering voor Nederlandse ondernemers, en ook de bouwsector merkt dit dagelijks in de praktijk. Dat blijkt uit de nieuwste Conjunctuurenquête Nederland, uitgevoerd door het CBS in samenwerking met de Kamer van Koophandel, het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) en ondernemersorganisaties MKB-Nederland en VNO-NCW.
Aan het begin van het derde kwartaal van 2025 noemt ruim 36 procent van de ondernemers het tekort aan personeel als voornaamste knelpunt. Daarmee is dit opnieuw het meest genoemde probleem, na twee kwartalen van afname. Voor de bouw betekent dit dat projecten moeilijker bemenst kunnen worden, met risico’s op vertragingen en oplopende kosten.
Vertrouwen minder negatief
Ondanks de aanhoudende druk op de arbeidsmarkt is het algemene ondernemersvertrouwen iets verbeterd. De index kwam uit op -3,8, bijna gelijk aan het langjarig gemiddelde sinds 2012. Dit is een lichte verbetering ten opzichte van eerdere kwartalen. Volgens het CBS komt dat vooral doordat ondernemers minder somber zijn over de economische vooruitzichten.
Sectorverschillen
In sectoren zoals vervoer en opslag nam het vertrouwen merkbaar toe. In de landbouw, bosbouw en visserij daalde het ondernemersvertrouwen juist het sterkst. Alleen de zakelijke dienstverlening en de informatie- en communicatiesector laten momenteel een positief sentiment zien.
Voor de bouw en techniek geldt dat het vertrouwen nog altijd onder druk staat. Naast de personeelstekorten spelen ook onzekerheden over regelgeving, vergunningen en investeringen een rol.
Verdeelde investeringsplannen
Wat investeringen betreft, houden ondernemers elkaar in evenwicht: ongeveer evenveel bedrijven verwachten dit jaar meer te investeren als dat er bedrijven zijn die juist minder verwachten uit te geven. Voor bouwbedrijven kan dit duiden op een afwachtende houding, mede door onzekerheden in de woningbouwproductie en strengere duurzaamheidseisen.
