Binnenklimaat regelen met 3.750.000 liter water

Installatie
13 juni 2023 | 6 minuten leestijd
Geschreven door: Marion de Graaff

In de installatietechniek kiezen partijen nog te vaak voor traditionele oplossingen als het om duurzaamheid gaat. ‘Maar duurzaamheid gaat verder dan zonnepanelen op het dak. Er zijn altijd meerdere manieren mogelijk om een klantvraag te benaderen, dus het is belangrijk om echt een goede afweging te maken.’

Roy de Bruijn, eigenaar en adviseur van DIA Groep, illustreert zijn visie aan de hand van een project. ‘Wij kregen van een gemeente de vraag om werkzaamheden aan een school in Leidsche Rijn uit te voeren. In het gebouw was een andere indeling nodig, en dat ‘natuurlijke’ moment was de aanleiding om gelijk een duurzaamheidsslag te maken.’

Dat was nogal een project. Het gebouwencomplex heeft een oppervlakte van 19.000m2, en biedt een leeromgeving voor 1700 leerlingen. Naast de verduurzaming was het realiseren van een prettig, gezond en comfortabel leerklimaat dus een belangrijke vereiste.

De Bruijn vertelt: ‘Deze Sportcampus is een multifunctioneel complex met een sporthal en het Leidsche Rijn College (LRC), een openbare school voor havo, atheneum en gymnasium. Het begon in 2018 met de renovatie van een vleugel van de Sportcampus. Toen het ontwerp klaar was, kwam daar een duurzaamheidsvraag bij voor het totale complex.’

Exploitatiegericht

In deze specifieke situatie had een doorsnee bureau waarschijnlijk een WKO met een set zonnepanelen geïnstalleerd, denkt De Bruijn. ‘Dat lijkt logisch, maar het ging hier om een schoolgebouw. Dat is gedurende de zomermaanden zes weken dicht, dus de opgewekte zonne-energie wordt niet verbruikt. In andere maanden moet je juist weer stroom van het net betrekken. Uit de berekeningen kwam een negatieve businesscase en daarom zijn we verder gaan denken. Een ontwerp moet exploitatiegericht zijn.’

DIA Groep stelde een projectteam samen dat bestond uit experts op het gebied van elektrotechniek, werktuigbouwkunde, koeling, luchtbehandeling, smart buildings en data-analyse. ‘We hebben de kaders bepaald, heel goed geïnventariseerd waar de uitdagingen en kansen lagen. De uiteindelijke wens van de gemeente was een energieneutraal gebouw. Het kost tijd en inspanning om tot de best mogelijke oplossing te komen, en het is belangrijk om dat in te calculeren. Neem die tijd! Beter iets meer overleg en wat meer uitzoeken dan zomaar beginnen en doen wat je altijd doet. Met slimme oplossingen en meer maatwerk kan het beter.’

Beperkingen zien als uitdagingen

‘Er is de verplichting dat alle gebouwen in 2050 energieneutraal moeten zijn’, zegt De Bruijn. Maar easy wins op het gebied van duurzaamheid zijn niet meer zo easy. ‘De huidige markt vraagt meer kennis en kunde van installateurs dan een paar jaar geleden’, gaat De Bruijn verder. ‘Vroeger kon je gemakkelijk ergens een warmtepomp neerzetten want er was altijd genoeg stroom. Dat is veranderd. Als je nu een grotere netaansluiting aanvraagt, krijg je ‘nee’ te horen. Die beperkingen moeten we leren zien als uitdagingen waar we onze tanden in kunnen zetten. Je moet dus creatief zijn met de bestaande elektra: energie slim opwekken maar ook slim benutten.’

Dan moet je wel weten wat er te koop is en gelukkig was De Bruijn bekend met een mogelijkheid die tegelijk innovatief is en interessant voor de toekomst: de combinatie van thermische zonnecollectoren met een seizoensbuffer. ‘Die creatieve technische oplossing hebben we bij dit scholencomplex toegepast. Voor ons was het de eerste keer dat we dit deden, en ook dat kost wat extra tijd. Je moet je er goed in verdiepen.’

Olympisch wedstrijdbad

De installatie bestaat deels uit zonnepanelen en deels uit zonnecollectoren. De 700 zonnepanelen leveren stroom, de 300 zonnecollectoren op het dak warmen water op tot 90 °C. De Bruijn: ‘Het warme water slaan we via een bestaand leidingnet op in een bassin met een capaciteit van 3.750.000 liter. Dat is meer water dan er in een olympisch wedstrijdbad gaat.’

Het ingenieuze systeem is bekend onder de naam seasonal thermal energy storage, seizoensgebonden opslag. Het gesloten systeem ontvangt warmte in de zomer en geeft deze warmte in de winter weer terug aan verwarmings- en tapwatersystemen. In de zomer kan het koele opgeslagen water uit de opslag worden gebruikt om het gebouw te koelen. Het bassin fungeert dus als seizoensbuffer.

De Bruijn legt uit: ‘De bovenste waterlagen zijn warmer dan de onderste lagen. Met behulp van warmtewisselaars kunnen we het water op de juiste temperatuur brengen om elke ruimte in het gebouw te verwarmen. Het Smart Building Platform is het kloppend hart van de installatie. Het verbindt en monitort alle onderdelen, en stuurt ze aan. Het Platform regelt ook het energieverbruik van de verlichting en de ventilatie.’

Norm Frisse Scholen

Aan de vereiste om voor een prettig, gezond en comfortabel leerklimaat voor de leerlingen te zorgen, werd voldaan. De ventilatie in de school is verbeterd en voldoet aan de norm Frisse Scholen klasse B. De Bruijn: ‘Ons Smart Building Platform zorgt altijd voor de juiste ventilatie op het juiste moment. De essentie is: geen energieverspilling maar wel comfort voor de gebruiker. We hebben het schoolgebouw ook voorzien van nieuwe verlichting. We kozen voor duurzame blauwe ledverlichting. Uit onderzoek blijkt dat leerlingen zich beter kunnen concentreren bij die koele kleur licht. Verder hebben we gelijk de isolatie van het dak meegenomen. Dat heeft nu een RC-waarde van 6. Na de uitgebreide renovatie gebruikt het schoolgebouw nu niet meer energie dan dat het zelf opwekt.’

Het kan beter, denkt Roy de Bruijn vaak. ‘Maar’, zegt hij, ‘eerlijk is eerlijk: er zijn kansrijke ideeën in onze sector en innovatie is prachtig, maar de opdrachtgever moet het ook willen. Ik denk dat we daarin als branche een bijdrage kunnen leveren. Door kennis te delen en de opdrachtgever te informeren. Feit is dat duurzaamheid maatwerk is, houd dat altijd voor ogen.’

Gerelateerde artikelen