Nederlanders willen duidelijkere kaders voor het woningtekort

Uit een onderzoek van De Prefabriek, specialist in prefab bouwen, blijkt dat de meerderheid van de Nederlanders (45%) denkt dat het woningtekort het best kan worden opgelost met duidelijkere richtlijnen vanuit de overheid. Het onderzoek is uitgevoerd door Multiscope onder meer dan 1.000 Nederlanders.

Het woningtekort blijft een groot maatschappelijk probleem. Volgens ABF Research is het tekort in één jaar tijd gestegen van 390.200 naar 400.500 woningen. Dit bureau berekent jaarlijks het woningtekort voor de Rijksoverheid. Minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening presenteerde daarom deze maand een nieuw wetsvoorstel. Veel Nederlanders zien regelgeving als een belangrijke factor. 45% van de respondenten in het onderzoek pleit voor duidelijkere overheidsrichtlijnen om de woningbouw te versnellen. Tegelijkertijd moet er ook gekeken worden naar alternatieve bouwmethoden die sneller en efficiënter kunnen bijdragen aan de oplossing.

Hoewel het belang van het oplossen van het woningtekort breed wordt gedeeld, verschillen de visies op de beste aanpak. 45% van de ondervraagden is van mening dat de overheid door middel van regelgeving de bouw van woningen kan versnellen en het woningtekort kan verhelpen. Dit benadrukt de wens voor beleidsmaatregelen die de woningmarkt kunnen stabiliseren en de woningbouw kunnen bevorderen.

Prefab woningen worden door 30% van de respondenten gezien als een efficiënte oplossing voor het woningtekort. Zij zijn met name positief omdat prefab woningen sneller gerealiseerd kunnen worden en efficiënter zijn in het gebruik van materialen en arbeid. Daarentegen geeft slechts 18% van de Nederlanders de voorkeur aan traditionele woningen boven prefab. Traditionele bouw wordt vaak gezien als een duurzame en vertrouwde oplossing, omdat deze aansluit bij bestaande bouwstijlen. Het vertrouwen in prefab woningen verschilt ook per generatie. Opvallend genoeg hebben oudere generaties (55+) er meer vertrouwen in dan jongere generaties (18-35 jaar). Daarnaast zijn er regionale verschillen in kennis over prefab. In Noord-Nederland denkt 28% van de respondenten dat prefab woningen van hoge kwaliteit zijn, terwijl in Zuid-Nederland maar liefst 70% aangeeft weinig te weten over prefab woningen.

Nieuwbouw, evenals het stimuleren van woningrenovaties en aanbouw, wordt door slechts 5% van de respondenten als een goede oplossing gezien. Terwijl nieuwbouw en aanbouw kunnen bijdragen aan het verminderen van het woningtekort, het optimaliseren van bestaande woonruimte en het mogelijk maken dat mensen in hun huidige woning kunnen blijven. Dit kan verhuizingen en de noodzaak voor extra nieuwbouw verminderen.

Maar liefst 68% van de ondervraagden zegt te weinig op de hoogte te zijn over prefab woningen om een oordeel te vormen over de kwaliteit. Dit gebrek aan bekendheid kan leiden tot terughoudendheid bij zowel consumenten als beleidsmakers om prefab woningen als volwaardige oplossing te omarmen. Vaak weten zij niet precies hoe prefab woningen worden geproduceerd, welke voordelen ze bieden op het gebied van duurzaamheid en energie-efficiëntie, en hoe ze zich qua kwaliteit en levensduur verhouden tot traditionele woningen. Van de respondenten die aangeven wél voldoende kennis te hebben, vindt 23,8% dat prefab woningen juist van hogere kwaliteit zijn dankzij de consistente bouwmethodes en geavanceerde productietechnieken. Slechts 8,5% van deze groep denkt dat prefab woningen aanzienlijk slechtere kwaliteit bieden door de standaardisatie van ontwerp en het gebruik van generieke componenten, wat kan leiden tot minder esthetische en functionele resultaten.

Rens Kooiman, business development manager van De Prefabriek zegt: “Het onderzoek toont aan dat veel Nederlanders geloven dat duidelijkere kaders de oplossing is voor het woningtekort, maar tegelijkertijd is er weinig bewustzijn over alternatieve bouwmethoden. Het is essentieel om mensen beter bewust te maken van de vele mogelijkheden die er zijn, zodat we niet alleen het woningtekort versneld kunnen aanpakken, maar ook duurzamere en efficiëntere oplossingen kunnen omarmen. Door kennis te vergroten over innovatieve bouwtechnieken kunnen we zowel consumenten als beleidsmakers overtuigen van het potentieel van alternatieve oplossingen. Alleen door alle opties te overwegen, kunnen we gezamenlijk werken aan een toekomstbestendige woningmarkt.”