Digitalisering in de bouw lijkt soms net een doolhof. Dat begint al met alle verschillende lagen in de organisatie, die allemaal hun eigen taal hebben. Pim van Meer laat zien hoe je overal één waarheid spreekt.
Eén dag, drie kamers, één boodschap: “we werken met de kleinste, open en controleerbare 3D BouwInformatieModel-dataset” waarmee we sneller over haalbaarheid besluiten, aantoonbaar op kwaliteit sturen en aan het einde moeiteloos landen in de droomportefeuille van de afnemer. De inhoud blijft gelijk. De woorden verschuiven per kamer. Dat is geen verpakking; dat is besturing.
Kamer 1 — Bestuur
Hoog in het gebouw. Branchevereniging, twee directies, iemand van een ministerie, een bestuurder van een corporatie. Geen glimmende modellen, wel één kaart met drie regels: minimale afspraken, open standaarden, toetsbare acceptatiecriteria.
Ik schets twee werkelijkheden. In de eerste beginnen discussies laat, verschillen mensen van interpretatie en kost het vertalen naar de afnemer weken en veel geld. In de tweede spreken we vanaf dag één dezelfde taal voor het Ruimtelijk Programma van Eisen en de businesscase. We koppelen beslismomenten aan de vaste cadans van de ontwerpteam- en bouwteamvergadering (eens per twee à drie weken). We eindigen met een uniform datapaspoort dat de portefeuillehouder in één oogopslag kan inschuiven in zijn droomportefeuille. Dit is de visie.
Mijn belofte is klein en toetsbaar: op twee projecten laten we binnen negentig dagen merkbaar minder revisierondes en een kortere beslisdoorlooptijd zien. Lukt het niet, dan stoppen we — en houden we alleen vast wat aantoonbaar werkt. Niemand knikt om het model; men knikt om voorspelbaarheid, risico en tijd.
Kamer 2 — Management
Een etage lager. Teamleiders, projectleiders, planners. Hier beslist werkbaarheid. Ik pak een schema en toon geen visie, maar ritme. Wat betekent dit maandagochtend om negen uur? Dat we vooraf weten wat “af” is vóór de start: woningtypologie, netto meters per ruimte, buitenruimte, parkeernorm en een paar echte kwaliteitsdrempels.
Clashes, hoeveelheden en de haalbaarheidstoets komen uit dezelfde minimale 3D dataset. Geen schaduwwerelden in Excel-rekenbladen. Besluiten landen in agenda’s die we al hebben: de ontwerpteam- en bouwteamvergaderingen, elke twee à drie weken. Daar valt stop, ga of repareer. Daar houden we een beknopte besluitenlog bij. Daar voel je de vaart.
Niet groot, wel merkbaar: minder heen-en-weer, minder stilstand, en een datapaspoort dat meegroeit in plaats van dat het achteraf gevuld moet worden.
Kamer 3 — De vloer
Beneden, bij het scherm. 3D-Modelleurs, ontwikkelaars, werkvoorbereiders, calculators, iemand van beheer. Hier werkt taal alleen als ze aanraakbaar en visueel is. We klikken niet door een bos van typenummers; we bekijken een woning en spreken in ruimtes. De woonkamer heeft netto oppervlak, daglicht en een maximale geluidsbelasting. De badruimte vraagt toegankelijkheid en ventilatie. Schachten mogen niet groter zijn dan 0,5 vierkante meter. De galerij heeft een minimale breedte — geen discussie. Kwaliteit is geen mening maar een set drempels die zichtbaar kleuren: groen, oranje, rood. Schuift de gang slim of verandert de diepte, dan rekent hetzelfde 3D model vanzelf direct mee. Je ziet waarom iets door het digitale poortje kan — of niet.
De overdracht is geen verrassing meer. Hetzelfde gebouwmodel dat het team vult, leest de afnemer mee, in 3D! Juist daar verandert het eindspel: je ontdekt niet ná oplevering dat huurwoningen te weinig punten scoren; je ziet het tussentijds en stuurt bij voordat het tonnen kost.
De draad en het 3D model dat alles verbindt
Eenvoud met discipline. Open standaard, uniforme taal en transparant, zodat niemand vastzit in leveranciersformaten. Klein, zodat de set houvast geeft in plaats van verstopt raakt. Haalbaarheid als data plus ritme. Kwaliteit als iets wat je toetst in plaats van bespreekt of voelt in je onderbuik. De droomportefeuille als plek waar het plan zonder tolk kan landen. Het lijkt bescheiden, maar precies op die schaal kan een keten met veel stemmen dezelfde muziek spelen.
Het fileermoment
Taal is verpakking. Nee. Taal is besturing. De juiste woorden op de juiste plek laten hetzelfde plan landen — in de bestuurskamer én op de bouwplaats. En voor wie deze uniforme taal tussen ontwikkelaar en afnemer zoekt: bij ons heet die kleinste, open en controleerbare InformatieLeveringsSpecificatie heel bescheiden MiniBIM. Het Minimale wat je nodig hebt als ontwikkelaar om de haalbaarheid van je project te bepalen. Je mag het ook gezond verstand in veldjes noemen — zolang we maar allemaal dezelfde veldjes en taal lezen.
Over Pims digitale doolhof
In deze rubriek neemt Pim je mee in de soms wonderlijke, warrige maar snel veranderende wereld van digitalisering. Hij put uit zijn ervaringen die hij meemaakt als directeur digitalisering van VORM. Pim is uitgesproken, kritisch, maar wil jou bovenal helpen. Loop jij vast in het digitale doolhof? Pim helpt je naar de uitweg…. Heb je een vraag aan Pim of zoek je contact met hem? Volg Pim dan via LinkedIN.