Opinie | Biobased bouwen als klimaatstrategie

Auteur zonder afbeelding icoon
Jan Willem van de Groep
04 november 2025
4 min

Biobased bouwen raakt aan meerdere domeinen tegelijk: landbouw, bouw, industrie en ruimtelijke ordening. Het vraagt om het ontwikkelen van nieuwe productieketens voor natuurlijke grondstoffen, aangepaste bouwlogistiek en verwerkingscapaciteit die is afgestemd op biobased eigenschappen. Dat is geen belemmering, maar een kans, schrijft Jan Willem van de Groep aan de vooravond van de tweedaagse Klimaattop Gebouwde Omgeving.

De bouwsector is wereldwijd de snelst groeiende bron van CO₂-uitstoot. Nieuw onderzoek van Bauhaus Earth en het Potsdam Institute (2025) laat zien dat de carbon footprint van de bouw in dertig jaar tijd is verdubbeld en inmiddels goed is voor één derde van alle mondiale emissies, zelfs zonder het energiegebruik van gebouwen mee te tellen. Cement, staal en baksteen zijn de hoofdschuldigen en samen veroorzaken ze meer dan de helft van de uitstoot.

Als de huidige trends doorzetten zal de bouw alleen al vóór 2050 het volledige resterende wereldwijde CO₂-budget voor 1,5 graad hebben verbruikt. Niet omdat er meer wordt gebouwd, maar omdat er nog altijd met dezelfde materialen wordt gebouwd. De uitstoot schommelt met de conjunctuur maar daalt structureel niet.

Het Europese beeld is ook uit dit rapport te halen. Wanneer de volledige keten wordt meegerekend, van materiaalproductie tot import, ligt het aandeel van de bouw in de totale uitstoot rond de 23 procent. Veel hoger dan vaak wordt aangenomen. De bouw is daarmee niet marginaal, en dus een van de krachtigste hefbomen om de klimaatdoelen te halen.

Van regelgeving naar klimaatsturing

De Europese aanpak is fundamenteel aan het kantelen. Waar eerdere richtlijnen zoals de Construction Products Regulation (CPR) vooral gericht waren op het vergelijken van milieu-impact per product, zet de nieuwe Whole Life Cycle Global Warming Potential-methodiek (WLC-GWP) in op directe en aantoonbare CO₂-reductie over de hele levensduur van gebouwen. De eerste analyses laten zien dat de grootste klimaatimpact daarbij aan de voorkant van het productieproces ontstaat.

De WLC-GWP biedt lidstaten ruimte om nadruk te leggen op emissiereductie in lijn met hun eigen klimaatpad. Die ruimte is cruciaal, want de Europese doelen zijn helder: minstens 55 procent reductie in 2030 en ten minste 90 procent in 2040. In dat tijdsframe telt wat we vandaag bouwen, met welke materialen, en hoe snel emissies kunnen dalen. Het sturen op materiaalkeuze, negatieve emissies en ketenimpact wordt daarmee onvermijdelijk.

Bouwen als actieve klimaatoplossing

Biobased materialen bieden daarbij een unieke combinatie: ze vervangen emissie-intensieve grondstoffen en leggen tegelijkertijd CO₂ vast in gebouwen. Hout, vlas, hennep en andere vezelgewassen halen CO₂ uit de atmosfeer en houden die decennialang vast in constructies, isolatie en afwerking. Die opslag is meetbaar, controleerbaar en fysiek aanwezig in onze gebouwde omgeving.

Per vermeden ton CO₂ zijn biobased toepassingen bovendien extreem goedkoop. Waar industriële afvang en opslag vaak boven de honderd euro per ton kosten, ligt de maatschappelijke kostprijs van biobased koolstofopslag volgens recente berekeningen onder de vijftig euro per ton. De bouw kan zo niet alleen emissies reduceren, maar ook actieve koolstofverwijdering leveren, een essentieel onderdeel van het Europese klimaatbeleid na 2030.

Toch wordt deze klimaatwinst nog te weinig gewaardeerd. Terwijl hergebruik of recycling van staal en beton in de verre toekomst nu vaak als winst wordt meegerekend, wordt bij biobased materialen aangenomen dat alle opgeslagen CO₂ na verloop van tijd weer vrijkomt. Dat leidt tot een onevenwichtig beeld, waarin fossiele materialen bevoordeeld worden en opslagcapaciteit van natuurlijke materialen buiten beeld blijft. Dat is niet alleen technisch onjuist, maar ook beleidsmatig onhoudbaar als we daadwerkelijk willen sturen op klimaatimpact vóór 2030 en 2040.

Een andere vorm van industriebeleid

Deze verandering vraagt om meer dan een aanpassing in rekenregels. Het is onderdeel van een bredere verschuiving in onze industriepolitiek. Wie klimaatdoelen serieus neemt, moet ook fundamenteel anders gaan kijken naar waardeketens, productiecapaciteit en standaardisatie.

Biobased bouwen raakt aan meerdere domeinen tegelijk: landbouw, bouw, industrie en ruimtelijke ordening. Het vraagt om het ontwikkelen van nieuwe productieketens voor natuurlijke grondstoffen, aangepaste bouwlogistiek en verwerkingscapaciteit die is afgestemd op biobased eigenschappen. Dat is geen belemmering, maar een kans. Door deze ketens in eigen land op te bouwen ontstaat er economische waarde, minder importafhankelijkheid en directe klimaatwinst.

De inzet op materialen moet net zo vanzelfsprekend worden als de inzet op waterstof, kernenergie of netverzwaring. Klimaatbeleid wordt industriebeleid. En materiaalkeuze is daarbij geen detail, maar een strategische beslissing.

Kader | De schaal van biogene opslag

Een fabriek die jaarlijks het oogstvolume van 7000 hectare vezelgewassen verwerkt, kan in tien jaar tijd circa 1 megaton CO₂ reduceren. Bij opschaling naar 50.000 hectare loopt dat op tot ruim 0,7 megaton per jaar, en bij 100.000 hectare tot ongeveer 1,4 megaton per jaar. Dat is exclusief de klimaatwinst van hout, die al deels wordt meegerekend in de Europese klimaatboekhouding en minstens even groot is. Op basis van recente verkenningen kan de gecombineerde klimaatwinst van biobased materialen, bij actieve stimuelring, door opslag en verdringing circa 2,5 tot 3 megaton CO₂ per jaar in 2030, oplopend naar 4 tot 5 megaton per jaar in 2035. Ter vergelijking: de materiaalgerelateerde emissies van de Nederlandse woningbouw liggen rond 4 tot 5 megaton CO₂ per jaar.

Dit artikel is geschreven door Jan Willem van de Groep, programmamaker, toekomstdenker en publicist. Hij is onder meer bekend van het overheidsprogramma Building Balance. 

Reageren?
Wil je reageren op dit verhaal? Of wil jij ook iets op deze plek delen? Stuur dan een mailtje naar hoofdredacteur Bouw & Installatie Thomas van Belzen via Thomas.van.belzen@jaarbeurs.nl

Hans Biemond voor zijn skid

Een kijkje in de keuken van een pionierende marktleider: ‘Iedereen heeft baat bij aquathermie’

Lees meer Pijl naar rechts icoon

Whitepapers

Innovatie in uitvoering: industrieel bouwen

Wees voorbereid op de bouwplaats van de toekomst.

Resultaatgericht Samenwerken (RGS).

RGS is een gestructureerde methode die vastgoedprofessionals direct ondersteunt bij kwaliteitsverbetering, kostenefficiëntie en verduurzaming.

Kennis over het Dak: bouw, energie, ventilatie

Alles over het dak en de energiehuishouding. Voor professionals uit de bouw- en installatiebranche.