De grootschalige zoektocht naar flexibel elektriciteitsvermogen bij grootzakelijke gebruikers heeft helaas nog te weinig opgeleverd om de druk op het stroomnet te verlagen in de provincie Utrecht. Terwijl het juist daar zo hard nodig is. Dit blijkt uit een verdiepend onderzoek dat netbeheerders Stedin en TenneT de afgelopen maanden deden onder klanten. In totaal werden ruim 2.500 gesprekken gevoerd met grootzakelijke klanten, waarbij 20 megawatt (MW) aan potentieel is gevonden. Dit staat in schril contrast met de 250 MW die Stedin verwacht nodig te hebben om vanaf 2026 stroomstoringen te voorkomen.
Het stroomnet in de provincie Utrecht zit tjokvol. Het tekort aan capaciteit op het provinciale net loopt tussen 2026 en 2029 op tot 250 MW, het duurt nog zeker tot 2029 voordat er verlichting komt.
De inzet van flexibel elektriciteitsvermogen – ook wel congestiemanagement genoemd – vormt één van de tien maatregelen om de pieken op het drukke stroomnet af te vlakken, het net in balans te houden en stroomstoringen te voorkomen. Door het piekverbruik te verschuiven in de tijd of te verlagen, wordt het net ontlast en tegelijk beter benut.
Als specifiek grootverbruik klanten daarbij helpen, levert dat in potentie flink wat drukvermindering op. Deelnemende bedrijven krijgen hiervoor een vergoeding van Stedin. Bovendien krijgen bedrijven – als zij onderzoeken wat er nodig is om flex te organiseren – inzicht in hun energieverbruik, wat meestal leidt tot verduurzaming en meer besparingen. Maar helaas is het in de praktijk dus helemaal niet zo eenvoudig om flexcontracten af te sluiten.
Zoektocht naar ‘megawatt’
Warmold ten Zijthoff, regiodirecteur bij Stedin: “De zoektocht naar ‘megawatt’ is omvangrijk en complex. We hebben een enorme inspanning geleverd door ruim 2.500 klanten te benaderen, maar dit heeft helaas nog te weinig opgeleverd. Ook de andere (ingrijpende) maatregelen die voormalig minister Jetten afgelopen 25 april aankondigde, blijven zodoende noodzakelijk om meer en langere stroomstoringen te voorkomen in de provincie Utrecht. Denk aan het inzetten van verplaatsbare stroomgeneratoren in noodgevallen, slimme laadpalen en een tijdelijke tussenstap met hybride warmtepompen in plaats van vol elektrische. Ons onderzoek heeft daarbij bevestigd dat bestaande grootverbruikers nog niet altijd weten hoe zij anders kunnen omgaan met energie. Een lichtpuntje is de bereidheid die enkele klanten tonen om te investeren in een batterij of warmtekrachtkoppeling (WKK) voor het bieden van flexibiliteit. Ten minste, als de netbeheerders er iets tegenoverstellen wat loont. Hier gaan we uiteraard vol mee aan de bak. Iedereen moet daarin een stap zetten om dit mogelijk te maken.“
Flexcontracten sneller afsluiten
Conclusie van het verdiepende onderzoek van de netbeheerders is dat het in de praktijk niet eenvoudig blijkt om snel tot afspraken te komen, die én aansluiten op dat wat helpend is voor het stroomnet én waarmee de klant goed kan blijven ondernemen. Dit soort contractafspraken is nieuw en volop in ontwikkeling. De netbeheerders zitten hierbij niet op hun handen. Doel is om de ‘flexcontracten’ straks in een hoger tempo te kunnen afsluiten. Dat is essentieel om voldoende flexibel vermogen effectief in te kunnen zetten.
Nijpende situatie
De zoektocht van de netbeheerders naar meer flexibel vermogen blijft doorgaan. Want daar is snel meer van nodig in de provincie Utrecht omdat de situatie van het regionale stroomnet nijpend is. De netbeheerders bereiden zich daarbij voor op vervolgstappen in congestiemanagement. Eén daarvan is deelnameverplichting, waarbij klanten met een aansluiting groter dan 1 MW verplicht worden om hun flexibele vermogen aan te bieden voor het borgen van de leveringszekerheid. Als er ook daarna nog een tekort aan flexibel vermogen is, is Stedin genoodzaakt om ’niet-marktgebaseerd congestiemanagement’ toe te passen. Dit betekent dat klanten een wettelijke vergoeding krijgen voor hun flexibele vermogen.
Daarnaast neemt het risico toe dat ook de laatste maatregel uit het maatregelenpakket van 25 april moet worden ingezet: het plaatsen van kleinverbruik klanten op de wachtlijst. Als dat gebeurt, kunnen zij – net als grootverbruik klanten – niet automatisch meer een aansluiting krijgen op het stroomnet. Er kunnen dan geen nieuwe woningen, MKB-ondernemers of laadpalen worden aangesloten totdat de grote uitbreidingsprojecten van het elektriciteitsnetwerk gereed zijn.
Inzage in onderzoeksrapport
De netbeheerders voerden hun onderzoek in de eerste helft van dit jaar uit onder grootverbruik klanten, brancheorganisaties en ‘congestion service providers’ (CSP’s). In totaal werden gesprekken gevoerd met 2.712 klanten die een grote aansluiting hebben op het stroomnet in de provincie. Het hele onderzoeksrapport is hier te lezen. Naast de belangrijkste conclusies staan onder andere ook de selectiewijze en de benadering van de verschillende klanten in het rapport gespecificeerd, het potentiële flexibele vermogen per klanttype en in welke mate deze klanten bekend zijn met de inzet van flexibel elektriciteitsvermogen. Grootverbruik klanten die flexibel vermogen kunnen bieden, kunnen zich hier melden.