‘Gaan we houtbouw zelfs hoger waarderen dan traditionele bouw?’

Bouw
21 december 2023 | 5 minuten leestijd
Geschreven door: Sander van der Meijs

Bij de ontwikkeling van sloop-/nieuwbouwconcept Blokje Om was houtbouw voor Dura Vermeer niet het oorspronkelijke doel. ‘Leidend was snelheid maken’, stelt Tine-Loes Hemmes, Adjunct-directeur vastgoedontwikkeling. Om die snelheid te kunnen maken kwamen ze al snel op hout terecht.

Blokje Om’ is een concept van Dura Vermeer om bestaande wijken van naoorlogse rijtjeshuizen snel te vervangen, op het moment dat renovatie niet meer verantwoord is. De doorlooptijd bedraagt circa vijf weken. ‘Doordat het zo snel gaat, hoeven de bewoners niet zo lang hun huis uit.’ 

Het slopen en de eventuele asbestsanering duurt een week, en dan zijn er nog vier weken voor de opbouw. ‘Om dat voor elkaar te krijgen ga je afpellen wat je gaat doen’, vertelt Tine-Loes. Je laat de fundatie liggen. Het moet lichtgewicht zijn, omdat er in zo’n bestaande wijk niet veel ruimte is voor enorme bouwkranen. ‘Dan kom je op hout terecht’, concludeert ze.

Elke dag beter

Dat Dura Vermeer daarmee een aantal jaar geleden de weg van de houtbouw is ingeslagen komt heel goed uit. Ze hebben getekend voor zero CO2-emissie in 2050 en voor een halvering in 2030. ‘En dat wil zeggen dat we niet gaan compenseren, maar echt reduceren’, benadrukt Tine-Loes. ‘Het is interessant om te zien aan wat voor knoppen je daarvoor kunt draaien. Houtbouw bij grondgebonden woningen is er daar één van. Ga je dan ook energieneutraal bouwen, dan kom je een heel eind.’ 

Maar dan ben je er nog niet, gaat ze verder. ‘Je moet ook het realisme hebben dat je niet ineens bij die stip op de horizon bent. Als je elke dag beter bent dan gisteren, dan werk je er gestaag naartoe. En je hebt ook klanten nodig die er in willen meedoen. Wij hebben al vroeg klanten gehad die dat deden, en nu begint het meer gemeengoed te worden. Klanten vragen er om.’

Voorbereiding is alles

Blokje Om is opgetrokken uit houtskeletbouw. Het grote voordeel is natuurlijk dat het CO2 opslaat in plaats van uitstoot. Daarnaast werkt het prefabricatie in de hand, waardoor er minder overlast is voor de omgeving. ‘Je hebt ook wat meer bewegingsvrijheid in wat je kunt maken’, zegt Tine-Loes. ‘En het is licht van gewicht, wat ook weer van invloed is op het transport. Bovendien heb je minder materieel nodig om het op z’n plek te krijgen.’ 

Huizen op die manier bouwen vergt wel wat meer tijd in de aanloop. ‘Om zo’n huis als een geoliede machine uit de fabriek te laten komen, gevolgd door een soepele montage op locatie, dat vergt de nodige voorbereiding. Maar hoe meer ervaring je krijgt, hoe sneller het gaat. Dat komt ook doordat we datagestuurd ontwerpen. Hoe meer we bouwen, hoe meer data we hebben. We raken er echt bedreven in.’

Details

Het grootste verschil met traditionele bouw is volgens Tine-Loes dat hout op voorhand een grotere mate van detail vraagt. ‘In hout maak je eerst de details. Waar de aansluitingen komen te zitten, en je bepaalt vroeg in het ontwerp wat voor installatiesystemen erin komen en waar ze precies worden geplaatst.’ 

In de uitvoering gebeurt dat allemaal in de fabriek. ‘Op de bouwplaats maak je alleen de koppelingen. Het is een soort IKEA-kast. Een traditionele timmerman heeft hier ook wat minder schik.’

Andere regels

Tine-Loes benadrukt dat er nog veel ervaring kan worden opgedaan met houtbouw. ‘Ontwerpen met hout vraagt om kennis van andere thema’s dan bijvoorbeeld bij ontwerpen met beton. Denk aan de invloed van vocht, trilling of akoestiek. Dit wil overigens niet zeggen dat dat slecht is. Hout heeft gewoon heel andere spelregels waar we rekening mee moeten houden. 

Daarom is Dura Vermeer begonnen met Inhout, om kennis over houtbouw te delen binnen de organisatie. ‘Je wilt niet dat iedereen het wiel opnieuw gaat uitvinden. Dus brengen we kennis van alle werkmaatschappijen over houtbouw bij elkaar. Wij doen bijvoorbeeld veel houtskeletbouw, maar in het zuiden van het land doen ze meer met CLT. Het gaat om inspireren en kennis uitwisselen.’

Uiteindelijk moeten ook klanten steeds meer gaan openstaan voor houtbouw. ‘Die vinden het nog spannend, hoe het zit met bijvoorbeeld geluid, brand of vocht. Maar daar zien we wel beweging in. De woningcorporaties lopen voorop, die zijn op zoek naar andersoortige woningbouwconcepten. Ze denken meer in standaarden en ze beleggen duurzaam.’

Waarde van houtbouw

Betaalbaarheid is ook belangrijk, benadrukt ze tot slot. ‘Hout is op dit moment nog vrij kostbaar, al begint het dichter bij elkaar te komen. Daarnaast beginnen we langzaam anders naar waarde te kijken. We gaan minder denken over wat het ons vandaag kost, maar ook over de hele levensduur heen, het onderhoud en wat het aan het eind nog oplevert. Zo is de restwaarde van hout hoger, omdat je materialen uit elkaar kunt halen. Nu is het nog niet zo, maar ik ben heel benieuwd of we gebouwen in hout zelfs hoger zullen gaan waarderen dan traditionele gebouwen.’ 

Gerelateerde artikelen