‘Warmtepomp wel degelijk binnen 7 jaar terug te verdienen’

Uit een artikel in het AD van vorige week blijkt dat de meeste Nederlandse woningen niet verplicht worden om na 2026 een warmtepomp te installeren, zoals aanvankelijk aangekondigd door woonminister Hugo de Jonge. Er zijn namelijk verschillende uitzonderingen die deze verplichting beperken. Een van die uitzonderingen is dat de warmtepomp binnen zeven jaar terugverdiend moet kunnen worden, wat momenteel vaak niet haalbaar is vanwege de lage energieprijzen in Nederland, zo schrijft het AD. Warmtepompfabrikanten denken daar anders over.

Hoewel de woonminister vorig voorjaar aankondigde dat iedereen bij het vervangen van de cv-ketel een hybride warmtepomp moet installeren om het gasverbruik met 60 tot 75 procent te verminderen, zijn er tal van uitzonderingen. Bovendien hebben veel Nederlanders actief bezuinigd op gasverbruik door onder andere lagere verwarmingstemperaturen, kortere douchetijden en het isoleren van hun huizen. Tegelijkertijd zijn de kosten voor warmtepompen nog niet significant gedaald.

Volgens berekeningen van Milieu Centraal duurt het nu meer dan zeven jaar om de investering in een warmtepomp terug te verdienen als het gasverbruik minder is dan 1500 kubieke meter. In 2021 was het gemiddelde gasverbruik voor verschillende typen woningen respectievelijk 1200 kubieke meter voor rijtjeshuizen, 1420 voor hoekwoningen, 1670 voor twee-onder-een-kapwoningen en 2220 voor vrijstaande woningen. Door de besparingsmaatregelen van Nederlanders daalde het gasverbruik vorig jaar met tien procent. Alleen woningen met een oppervlakte van meer dan 150 vierkante meter die vóór 1991 zijn gebouwd, verbruiken nog meer dan 1500 kubieke meter gas. Dit betekent dat 90 procent van de Nederlandse woningen niet in staat zal zijn om een warmtepomp binnen zeven jaar terug te verdienen. Andere uitzonderingen zijn onder andere appartementen, vanwege beperkte ruimte voor de buitenunits, en woningen die binnen tien jaar worden aangesloten op een warmtenet.

‘Weinig zorgen’

Ondanks deze beperkingen maken fabrikanten van warmtepompen zich weinig zorgen. Zelfs als de terugverdientijd langer is, blijft de warmtepomp financieel aantrekkelijk, gezien de verwachte levensduur van 15 tot 20 jaar. Martine Straver, marketing director bij Nefit Bosch: “In het artikel wordt uitgegaan van een gasbesparing van 60 tot 75 procent, terwijl Nefit Bosch uit meerdere praktijkonderzoeken van de afgelopen jaren weet dat met een hybride warmtepomp hogere besparingen mogelijk zijn voor veel woningen. Tot wel 80 procent of meer. Daarnaast is het aannemelijker dat de gasprijzen op langere termijn relatief hoog blijven, dan dat ze blijvend dalen. Dat is een realistisch scenario als je kijkt naar wereldwijde ontwikkelingen, verstoringen in de markt en regulering vanuit de overheid. Het verschil tussen de gasprijs en de stroomprijs is bovendien relatief groot. Al met al zal de terugverdientijd voor veel huiseigenaren dus echt binnen de door de minister gehanteerde grens van 7 jaar vallen.”

Niet van toepassing

“Een verplichting is nooit sympathiek”, vervolgt Straver. “Maar als huiseigenaar moet je je niet rijk rekenen. Ik denk dat het te optimistisch is om te stellen dat deze voor ‘veruit de meeste mensen’ niet zou gelden. Een langere terugverdientijd is alleen aannemelijk als je nu al weinig gas verbruikt, bijvoorbeeld als je een kleine of optimaal geïsoleerde woning hebt. Voor een groot deel van de woningeigenaren is dit niet van toepassing. Zo weten we uit het demonstratieproject hybride warmtepompen dat het gemiddelde gasverbruik van 1850 m3 terugging naar 475 m3, oftewel een gemiddelde gasbesparing van 75 procent. Dus niet maximaal 75 procent. Het stroomverbruik van de warmtepomp was gemiddeld 2360 kWh. Bij de huidige prijzen resulteert dat in een netto jaarlijkse besparing van rond de 1000 euro per woning. Dan is de aanschaf van een hybride warmtepomp van rond de 3000 euro na aftrek van de subsidie in 3 à 4 jaar terugverdiend. Heb je zonnepanelen op het dak liggen, dan gaat dit nog sneller.”