Dient de mens de techniek?

8 april 2014 | 3 minuten leestijd

Boodschappenpaniek

Ik heb een vreselijke hekel aan boodschappen doen. Daarom zorg ik ervoor dat ik de supermarkt slechts één keer per week hoef te bezoeken. Met de weekvoorraad voor vier personen en een hond zit mijn winkelwagentje dan aardig vol. Na het afrekenen loop ik naar mijn auto, een hip gepimpte Fiat 500. Een leuk karretje, maar de ruimte in de kofferbak is beperkt. Niet al mijn voorraad past achterin. Dat geeft niks, want ik ben de enige inzittende, dus naast me is nog volop plek. Ik zet een zware tas op de grond en een kratje bier op de bijrijdersstoel. Het is me weer gelukt om alles in mijn autootje te proppen! Nog nahijgend van het gesjouw stap ik in. Dan rijd ik weg. Na een honderdtal meters begint mijn auto hard te piepen. Enigszins paniekerig zoek ik op het dashboard naar de oorzaak van dit noodsignaal. Wat blijkt? Mijn bijrijder heeft de gordel niet aan. Mopperend zet ik mijn auto aan de kant om het kratje bier een gordel om te doen.

Toiletongemak

Het voorgaande voorbeeld is natuurlijk niet van toepassing op water- en sanitairinstallateurs. Toch kunnen die er soms ook wat van. Bij menige kraan in restaurants en andere uitgaansgelegenheden ontbreekt bijvoorbeeld de aan- en uitknop. Dit met het oog op de hygiëne. Vaak zit er dan ergens een sensor verstopt. Maar waar? Gevolg: als toiletbezoeker sta je als een idioot rondom de kraan te zwaaien om je handen te kunnen wassen.

Een ander voorbeeld van toiletongemak: de werkgever van mijn man wil graag besparen op energiekosten. Hij heeft een lumineus idee; het licht in het toilet hoeft niet altijd aan te zijn. Dat scheelt tenslotte al gauw een tientje per jaar. Dus gaat het licht pas aan als er iemand binnenkomt. Niks mis mee. Alleen, na twee minuten gaat het licht ook weer vanzelf uit. Of je nu klaar bent of niet. Dus wie wat langer werk heeft, moet maar zien dat hij in het pikkedonker het wc-papier en de uitgang vindt.

Vergaderleed

Veel kantoorgebouwen zijn tegenwoordig beveiligd. Het bedienen van een alarminstallatie is best ingewikkeld, dus koos het bedrijf van mijn broer voor een volautomatisch systeem. Om exact 21:00 uur gaat het alarm aan. Dat lijkt handig, maar af en toe zijn er `s avonds aandeelhoudersvergaderingen. Niemand weet hoe het alarm kan worden uitgeschakeld, dus wordt elke vergadering noodgedwongen om 20:30 uur gestaakt. Ook in dit geval maakt de techniek dus de dienst uit.

Communicatie en nazorg

Veel van de hiervoor beschreven ellende had kunnen worden voorkomen door een betere communicatie vooraf. Als aanvulling op de timer had er bijvoorbeeld ook een bewegingssensor in het toilet kunnen worden geïnstalleerd. Zo kan degene op de pot het licht weer aandoen door zich te verroeren. Bij de kraan zonder knoppen had een bordje “hier zwaaien” niet misstaan. En in het geval van het alarm had de werkgever direct na de installatie ook instructies moeten krijgen over handmatige interventie.

Er zijn echter ook problemen die pas aan het licht komen nadat een installatie enige tijd in gebruik is. Problemen die noch de klant, noch de installateur had kunnen voorzien. Veel klanten laten het dan maar zo. Maar als de installateur  zélf na een paar maanden vraagt of alles naar wens functioneert, dan denk ik dat dit wel eens heel wat uurtjes (betaalde) nazorg kan opleveren.

 

Gerelateerde artikelen