Is infraroodverwarming de verwarming van de toekomst?

5 februari 2015 | 5 minuten leestijd

Wat is infrarood verwarming?

Infrarood verwarming is eigenlijk niets nieuws: het werkt op dezelfde manier als de zon, namelijk door middel van stralingswarmte. Anders dan de zon, gaat het bij infrarood verwarming echter alleen om het infrarood licht, niet om de (schadelijke) UV-straling, noch om zichtbaar licht.

Infraroodstraling kan met verschillende golflengtes werken: hoe korter de golflengte, hoe hoger de energieproductie. De bekende straalkachels, die vaak als bijverwarming gebruikt worden, opereren op kortgolvige infraroodstraling. Hierdoor zijn hoge temperaturen haalbaar (tot 2.000°C), wat op lange(re) termijn schadelijk is voor de huid en ogen van de mens. Voor industriële toepassingen of voor de verwarming van grote oppervlakten, kan het wel.
Voor de verwarming van een woning of bedrijfspand is alleen langgolvige infrarood verwarming geschikt: de infraroodstraling (‘ver-infrarood’) heeft dan een golflengte van 5 micrometer tot 1 millimeter. Deze infrarood-straling heeft een maximale temperatuur van 100°C, dringt niet door de huid en is niet gevaarlijk voor de gezondheid.

Soorten panelen en toepassingsmogelijkheden

Tot voor kort was de tegelkachel de enige manier om stralingswarmte efficiënt toe te passen. Maar de laatste jaren zijn er de infrarood panelen. Deze zijn compacter, kunnen snel warmte leveren en kunnen zowel gebruikt worden om een hele woning of bedrijfspand te verwarmen, als om gericht en individueel te verwarmen. Dat laatste maakt het ook mogelijk dat bijvoorbeeld erg grote gebouwen of half open loodsen, beurshallen en voetbalstadions, gericht verwarmd worden met behulp van infrarood verwarming.

Infrarood panelen werken op elektriciteit; gecombineerd met bijvoorbeeld zonnepanelen, kan infrarood verwarming dus ook erg duurzaam georganiseerd worden.

Infrarood verwarming panelen zijn dun en licht en kunnen op een bijzonder mooie manier verwerkt worden in het interieur. De panelen kunnen in een verlaagd plafond ingebouwd worden of aan het plafond of op de muren vastgeschroefd worden. Het warmteoppervlak van het paneel kan in verschillende kleuren geleverd worden zodat het opgaat in de rest van het interieur. Sommige fabrikanten bieden de mogelijkheid om ze met een foto naar keuze te bedrukken, zodat het kunstobjecten worden. Er bestaan zelfs infrarood panelen met een spiegelend oppervlak, zodat ze als verwarming én spiegel bijvoorbeeld in de badkamer / hal gebruikt kunnen worden.

Voordelen van stralingswarmte

Bij stralingswarmte wordt de hele ruimte onderdeel van het verwarmingssysteem; de muren, vloeren, meubels en zelfs de bewoners absorberen infrarood en stralen dit op hun beurt weer uit. Dit is een groot verschil met de centrale verwarming, die via het opwarmen van de lucht werkt (‘convectie’). Langgolvige infrarood panelen leveren tot zo’n 80% stralingswarmte, de rest is convectie en conductie. Een ander groot verschil is dat een stralingswarmte van zo’n 16 tot 19 graden reeds als comfortabel wordt ervaren. Net als bij de CV, wordt de gewenste temperatuur geregeld met een thermostaat.

Om zo efficiënt mogelijk te verwarmen, is het aangewezen om een infrarood paneel aan het plafond te bevestigen, zodat de warmte zich ruim kan verspreiden, zonder ‘schaduw’/hinder van meubels enzovoort. Een paneel kan echter ook aan de muren bevestigd worden; het rendement stralingswarmte ligt dan zo rond de 60%. Belangrijk is dan wel dat het paneel niet recht tegenover ramen opgesteld wordt, omdat de warmte dan rechtstreeks naar buiten gestuurd wordt. Het rendement stralingswarmte kan nog opgekrikt worden door een woning goed te isoleren, op de vloer infrarood-absorberende materialen (zoals bitumen of beton) te gebruiken en infrarood-reflecterende materialen te gebruiken op muren en meubels, zodat de warmte door de ruimte continu ‘weerkaatst’ wordt.

Verder onderzoek nodig

Infrarood verwarming is een technologie die nog volop in ontwikkeling is. Naast de oorspronkelijke panelen met koolstof verwarmingselementen schakelen fabrikanten nu meer over naar metalen verwarmingselementen. Deze zijn duurder maar ook veiliger, want de koolstof-elementen kunnen vuur vatten als ze (deels) afgedekt worden. Ook wat betreft het stralingsoppervlak, is een transitie gaande van glas naar metaal (meestal aluminium). Glas is een betere warmtebuffer, maar zwaar en breekbaar en dus kostelijk wat betreft het transport. Metaal is lichter, sterker en warmt sneller op, maar koelt ook weer sneller af als het paneel uitgeschakeld is.

Er zijn panelen met ingebouwde regeling, wat de installatie bijzonder makkelijk maakt: paneel ophangen, stekker in het stopcontact en klaar! Het nadeel is evenwel dat deze panelen slechts 2 tot 3 jaar meegaan. Wanneer de elektronische regelaar buiten het paneel is opgesteld, kunnen ze zo’n 20 tot 30 jaar meegaan, maar is er wel wat breek- en installatiewerk nodig om de elektrische bedrading tussen het paneel en de regelaar in de muur/plafond weg te werken. Dit maakt ze voor huurders, waarvoor de ‘mobiele’ plug-and-play panelen juist zo handig zijn, minder interessant.

Infrarood verwarming kan duidelijk een voordelige en duurzame verwarmingsoplossing zijn… maar om het nu al de ‘verwarming van de toekomst’ te noemen, is zeker nog verder wetenschappelijk en onafhankelijk onderzoek nodig. Zo is bijvoorbeeld nog niet onderzocht wat het rendement is van infrarood verwarming in een goed geïsoleerd huis of wat de precieze rol is van absorberende en reflecterende materialen.

Gerelateerde artikelen